Wie veel weet van de specialistische revalidatiezorg en geriatrische revalidatiezorg (GRZ), is Theo Kraaijeveld. Als ervaren revalidatieplanner heeft hij in de loop der jaren veel gezien en meegemaakt. Eén van de cruciale beslissingen waar zorgorganisaties in de GRZ voor staan, is of ze centraal of decentraal moeten plannen.
In deze blog bespreken we de belangrijkste punten van Theo uit het vorige webinar. Daarin werden de verschillen en overeenkomsten tussen de GRZ-planning en de Medisch Specialistische Revalidatie (MSR) planning besproken. Ook lees je de redenen waarom er vaak nog niet centraal wordt gepland én hoe je de juiste planningsvorm kiest.
Een GRZ-planning verschilt op meerdere manieren van een MSR-planning. De GRZ kent over het algemeen een lagere medische stabiliteit en de intensiteit van de behandeling is doorgaans lager. Dat zie je terug in de planning. Desondanks delen de GRZ en MSR ook belangrijke overeenkomsten. Zo is voor beide vormen van revalidatieplanning een efficiënte doorlooptijd vereist en staan beide planningen in het teken van multidisciplinariteit, wat inhoudt dat er verschillende soorten zorg bij komen kijken.
In de praktijk hebben GRZ- en MSR-organisaties in de loop der jaren wisselende manieren van plannen gehanteerd, variërend van decentraal tot centraal plannen, of door middel van een middenweg.
Een veel voorkomende reden waarom zorgorganisaties aarzelen om over te stappen op een centrale planning in de GRZ, is dat behandelaren soms terughoudend zijn in het willen overnemen van de planning. Daarnaast is de beschikbaarheid van geschikte software voor de GRZ-planning soms een belemmering. De gebruikte software moet de complexiteit van de GRZ-planning ondersteunen. Als dit ontbreekt, kan dit kan een uitdaging zijn.
Een andere veelvoorkomende hindernis is het vinden van een geschikte planner. Een goede planner moet niet alleen over de juiste vaardigheden beschikken, maar ook het inzicht hebben om met de specifieke eisen van de GRZ om te gaan. Denk hierbij aan het omgaan met ouderen en het plannen voor een multidisciplinair team.
Er zijn veel vooroordelen gekoppeld aan een centrale en een decentrale planning. Bij een centrale planning hebben behandelaren het gevoel dat ze hun autonomie en grip op de planning verliezen. De beslissingen over het rooster worden uit handen gegeven aan een centrale planningseenheid, wat bedreigend kan voelen.
Een vooroordeel hangend aan het decentrale planningsmodel: doordat het team niet gewend is om zelfsturend te zijn, gaan er problemen ontstaan. Wie voelt zich verantwoordelijk om het rooster op zich te nemen?
Je twijfelt tussen een centrale of decentrale planning. De keuze hangt sterk samen met het eigenaarschap binnen een organisatie. Stel jezelf de vraag: wie heeft de leiding over de planning?
Centraal plannen houdt in dat een planner de planning op zich neemt. Als een planner de regie heeft, worden vaak de regels vanuit het bestuur van de organisatie nauwlettend gevolgd. Daarnaast is het kenmerkend dat zij zich inzetten voor een onafhankelijke en gelijke behandeling van personeel. Ze hanteren gelijke roosterregels voor alle medewerkers.
Bij een decentrale planning hebben de medewerkers zelf de regie over de planning. Behandelaren zijn nauw met het team. Dat zorgt voor meer betrokkenheid en samenwerking. Echter, behandelaren hebben niet altijd inzicht in de agenda’s van verschillende disciplines. Dit kan weer leiden tot ongelijke verdeling van de therapiebelasting voor patiënten.
De perfecte oplossing kan een hybride vorm zijn. Hierbij heeft de planner de regie over het rooster, maar kijkt de behandelaar op dagbasis mee. Dit is bijvoorbeeld het geval in het planningssoftware Roosterplatform. Een therapeut kan daar zelf kleine aanpassingen in het rooster maken.
Of je nu kiest voor centraal of decentraal plannen; het allerbelangrijkste is dat de planning goed georganiseerd blijft met heldere en transparante processen.
Tijdens het webinar vertelde Theo over het verbinden van planprocessen op verschillende planniveaus. Denk hierbij aan het plannen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Meer weten? Vraag hier de terugkijklink aan.
Of je nu kiest voor centraal of decentraal plannen; het allerbelangrijkste is dat de planning goed georganiseerd blijft met heldere en transparante processen.